menu

Steiner onderzoekt de Egyptische cultuur op een unieke manier. Bij hem vinden we geen interpretaties van het Egyptische dodenboek, maar wel een op eigen onderzoek gebaseerde beschrijving van de essentie van de Egyptische inwijding. Hij plaatst de Egyptische cultuur in het grote perspectief van de evolutie van de mensheid, en laat door verschillende voorbeelden zien hoe die cultuur wezenlijk verband houdt met de onze. Zo stelt hij dat de cultuur van het mummificeren in de Egyptische tijd de spirituele bodem heeft bereid voor de huidige materialistische zienswijze.

Nauwkeurig vervolgt Steiner de ontwikkeling van de mens in lang vervlogen tijden. Hij vat de Egyptische godenwereld heel concreet op als een afbeelding van geestelijke wezens die de menselijke evolutie spiritueel hebben geleid. Wat de mens in vroegere tijden nog bovenzinnelijk kon waarnemen, kreeg later zijn neerslag in de Egyptische godenwereld. Op veelomvattende wijze wordt duidelijk welke rol Isis, Osiris en Horus in deze ontwikkeling hebben gespeeld, onder andere bij de vorming van de menselijke gestalte. Ook spreekt Steiner in dit verband uitvoerig over de cruciale rol van Christus in de ontwikkeling van de mensheid.

In het nawoord gaat de egyptoloog Jana Loose nader in op Steiners specifieke benadering van het oude Egypte.

Uitvoering Wissen

Extra informatie

Gesamtausgabe

Druk

3

ISBN

9789083052045

Uitvoering

,

Pagina's

236

Jaartal

Samenstelling

Vertaling

Vormgeving

Egyptische mythen en mysteriën

Eerste voordracht Leipzig 2 september 1908  — 13

Het doel van de geesteswetenschap. Consequenties van de reïncarnatiegedachte met betrekking tot het oude Egypte en onze huidige tijd. De ondergang van Atlantis en de na-Atlantische culturen: de Indische, de Perzische, de Chaldeeuws-Egyptisch-Assyrisch-Babylonische en de Grieks- Latijnse cultuur. De sociale samenleving in het oude Indië en in de toekomstige zevende cultuur. Isis en Madonna. De mummifi catie in het oude Egypte en de overheersende aandacht voor de fysieke wereld in de huidige tijd.

Tweede voordracht 3 september 1908  — 26

De aarde in een zeer ver verleden. Het oerbeeld van de menselijke gestalte. Zon, maan en aarde als één hemellichaam. Geestelijke hiërarchieën en hun ontwikkeling. Het uittreden van de zon en van de maan. Het bewustzijn van de mens in de Atlantische tijd. De eenheid in de Indische cultuur: Brahma. De tweeledigheid in de Perzische cultuur: Ahoera Mazdao en Ahriman. De drieledigheid in de Egyptische cultuur: Osiris, Isis en Horus. De herinnering aan Atlantis in de Grieks-Latijnse cultuurperiode.

Derde voordracht 4 september 1908  — 41

De laatste Atlantische mensen. De tocht van Manoe naar Centraal-Azië en de na-Atlantische kolonies. Het doordringen in het innerlijke wezen van de dingen in Atlantis. Dag en nacht. De menselijke gestalte in de Atlantische tijd. Het etherlichaam en zijn vier typische gestalten: adelaar, leeuw, stier en mens. De Atlantische inwijdingsscholen. Rechtstreekse beïnvloeding van het fysieke lichaam door de kracht van de meditatie.

Vierde voordracht 5 september 1908  — 54

Het geestelijke oerbeeld van de menselijke gestalte en de oertoestand van de aarde. Het ontstaan van de planeten Venus, Mercurius, Mars, Jupiter en Saturnus. Het goddelijke oerwoord Vac. De rechtstreekse invloed van de leraar op de leerling in de Indische, Egyptische en Griekse cultuur. De heilzame werking van de tempelslaap bij inwendige ziekten in het oude Egypte. Christus en het oerwoord.

Vijfde voordracht 7 september 1908  — 67

De aarde als een van warmte en licht doortrokken nevelvorm. Liefde als bestanddeel van het licht. De mens als lichtplant. Het uittreden van de zon. De verdichting van de aarde tot wateraarde. De mens als half water- en half nevelwezen: het vissenstadium. Het daaropvolgende amfi bieënsta dium, het beeld van de draak en de drakendoder. Het symbool van de slang uit het paradijs. Het uittreden van de maan. De ontwikkeling van het bottenstelsel, het ontstaan van het ademhalingsproces. De splitsing van licht en lucht: Osiris en Typhon.

Zesde voordracht 8 september 1908  — 79

Zowel inferieure krachten als allerhoogste wezens verbonden met de maan. Aanjagende zonnekrachten en verstarrende maankrachten. Osiris en Jahweh. De mythe van Osiris. Het ontstaan van de achtentwintig zenuwstrengen in het menselijk lichaam. Osiris en de veertien gestalten van nieuwe maan tot volle maan. Isis en de tijd van volle maan tot nieuwe maan. Het ontstaan van het mannelijke en het vrouwelijke principe. Het ontstaan van de longen door de werking van Isis, van het strottenhoofd door de werking van Osiris en van het hart door de werking van Horus. Een spreuk uit de Rigveda.

Zevende voordracht 9 september 1908  — 89

De mythe van Isis en Osiris. De vroege ontwikkeling van de menselijke gestalte: van boven menselijk, van onderen dierlijk. Het ontstaan van het dierenrijk. Het uittreden van de maan. De pijnappelklier. De samenhang tussen de dierenriem en de menselijke gestalte: Vissen – voeten, Waterman – onderbenen, Steenbok – knieën, Boogschutter – bovenbenen, Schorpioen – geslachtsdelen. De ontwikkeling van de hersenen. Isis en Osiris als de bouwers van het bovenste deel van de mens. De lier van Apollo.

Achtste voordracht 10 september 1908  — 100

Het vissenstadium van de mens op het moment dat Christus, met de zon, de aarde verlaat. De afschuw van de mens voor de slang. De verdere ontwikkeling van de menselijke gestalte in het teken van Weegschaal en Maagd. Vier mensentypen door overheersing van respectievelijk het fysieke, het etherische, het astrale lichaam en het ik. De sfi nx. Het ontstaan van man en vrouw door het overheersen van respectievelijk Isis en Osiris. Een-geslachtelijkheid en tweegeslachtelijkheid. De afdaling naar het fysieke plan door mens en dier. De Nerthus-mythe.

Negende voordracht 11 september 1908  — 113

Het ontstaan van het oog. Zich geborgen voelen in Isis en Osiris tijdens de slaap. De Indische cultuur: de wereld als maya. De Perzische cultuur: de fysieke wereld wordt werkterrein. De Egyptisch-Babylonisch-AssyrischChaldeeuwse cultuur: de wereld als het schrift van de goden, de verdere verovering van het fysieke plan. Hermes Trismegistus. De Grieks-Latijnse cultuur: de mens manifesteert zichzelf in de sculptuur. Griekse tempel en gotische dom. Rome: de mens als persoonlijkheid en het Romeinse recht. De komst van Christus op het diepste punt van de ontwikkeling van de mensheid.

Tiende voordracht 12 september 1908  — 127

Veranderingen in het leven tussen dood en nieuwe geboorte, het devachanbewustzijn. De verduistering van het devachanbewustzijn van de mensheid; het gevaar van de geestelijke dood. De komst van Christus. Reïncarnatiegeheimen. Boeddha en Wodan. De verbreiding van het boeddhisme. Het off er van Jezus die zijn lichaam ter beschikking stelt van Christus. De overwinning van de dood door de verbinding van Christus met het bottenstelsel. De mythe van Prometheus en de zoektocht naar het Gulden Vlies als oorspronkelijk Egyptische mysteriethematiek.

Elfde voordracht 13 september 1908  — 145

Het wezen van de Egyptische inwijding: het afdrukken van bovenzinnelijke waarnemingsorganen in het etherlichaam. Het waarnemen van de ware gestalte van Isis, Osiris en Horus. De dierachtige godengestalten als uitdrukking van reële geestelijke waarnemingen. De middagvrouw als nakomeling van de sfi nx. De oorzaak van inwendige ziekten. Egyptische geneeskunst. Het darwinisme: godengestalten in materialistische vorm. De Christusimpuls en het egoïsme. De betekenis van de daad van Christus voor de gestorven zielen.

Twaalfde voordracht 14 september 1908  — 162

De afdruk van de geest in de Griekse kunstscheppingen; de geest als slaaf van de materie in onze tijd. De Christusimpuls als overwinnaar van de materie. De groepsziel en de verbinding met de generaties. De vaderenweg en de godenweg in het leven na de dood. Volk en volksziel. Isis als de Egyptische volksziel. De werkzaamheid van Isis en Osiris in de farao, de ureusslang. De tweeënveertig dodenrechters als de tweeënveertig voorvaderen. Het wereldbeeld van Kepler als een onbewuste herinnering aan zijn Egyptische incarnatie. De geneeskunst van Paracelsus als verchristelijking van de oude Egyptische geneeskunst. De opgave van de geesteswetenschap.

Nawoord en aantekeningen

Nawoord (Jana Loose)  — 183

Aantekeningen bij Egyptische mythen en mysteriën  — 207

Aantekeningen bij het nawoord  — 223

Aanvullende literatuur  — 227

Levensoverzicht Rudolf Steiner  — 229

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten  — 233

Fragmenten en achtergrondartikelen

Loading...
Rudolf Steiner maakt het mogelijk nieuw licht te laten schijnen op de inwijdingen in het oude Egypte en op de afbeeldingen op tempelwanden van rituele handelingen die ter ere van de goden werden uitgevoerd door de farao of door de hogepriester als diens plaatsvervanger.

Boeken rond hetzelfde thema