menu

In het boek De christelijke inwijding en de mysteriën van de oudheid uit 1902 beschrijft Steiner voor het eerst hoe naar zijn mening leven, dood en opstanding van Christus te begrijpen zijn. Daarbij plaatst hij de historische gebeurtenissen in het toenmalige Palestina in het kader van de zogenoemde oude mysteriën. Hij gaat ver terug in voorchristelijke tijden en laat zien hoe de dood en opstanding van Christus aan de ene kant in de oude mysteriën werden voorbereid en aan de andere kant ten opzichte van de mysterietraditie een vernieuwing inhielden.

In zekere zin is dit boek een spiritueel manifest. Geen ander werk van Steiner heeft zoveel stof doen opwaaien als dit, zowel in de tijd waarin hij leefde – hij stief in 1925 – als in de huidige tijd. Veel tijdgenoten konden Steiners plotselinge stap in de richting van het christendom niet begrijpen. Dit gold zowel voor de theosofen met wie hij indertijd contact had, als voor de intellectuelen en kunstenaars die hij tot zijn vriendenkring rekende. Dat hij daarbij echter een standpunt innam dat radicaal afweek van dat van de christelijke kerken en ook van de theosofische visie op Christus, ontging de meeste van zijn tijdgenoten.

Uitvoering Wissen

uw winkelmand

Extra informatie

Gesamtausgabe

Druk

1

ISBN

9789060385357

Uitvoering

,

Pagina's

224

Vormgeving

Jaartal

Voor-/nawoord

,

Vertaling

,

Fragmenten en achtergrondartikelen

Loading...
Bij dit boek is geen aanvullende informatie beschikbaar.

Boeken rond hetzelfde thema