menu

Search
Close this search box.

Leeswijzer Verdiepend

Steun ons

Berichtenservice

Onder deze noemer vindt de lezer enkele boeken van verschillende aard die, hetzij inhoudelijk, hetzij historisch, een diepere kennismaking mogelijk maken met de antroposofie en met haar stichter.

 

  • Antroposofie – Een nieuwe benadering

Het ontging Steiner niet dat veel van zijn gezichtspunten door ‘de antroposofen’ schematisch en cerebraal werden overgenomen. In deze voordrachten uit de laatste fase van zijn leven roept hij op tot een actief leven met de antroposofie. Veel klassieke thema’s worden als het ware van binnenuit opnieuw belicht, zoals meditatie, karma,  de innerlijke bouw van de mens, dromen, en de terugkeer in een volgend leven. Als eerste inleiding tot de antroposofie is deze voordrachtenreeks daardoor minder geschikt.

 

  • Kerngedachten van de antroposofie – Wat Michaël wil

Dit boek, opgebouwd uit artikelen die Steiner publiceerde in het ledenblad van de Antroposofische Vereniging, brengt belangrijke thema’s van de antroposofie in korte hoofdstukken, die steeds worden gevolgd door enkele kernachtige stellingen. De teksten nodigen uit tot studie en meditatieve verwerking. Zoals de ondertitel aangeeft, is het boek met name gewijd aan de aartsengel Michaël, die de huidige mensheid inspireert op haar weg naar zelfstandigheid en vrijheid.

 

  • Apocalypse en priesterschap

Deze voordrachten hield Steiner voor de priesters van de Christengemeenschap, die hij oproept de geest van het bijbelboek Openbaring in zichzelf op te wekken. Veel thema’s worden aangeroerd, zoals het geheim van het getal; het leren kijken in het hart van de mens; de weg naar de Vader en de weg door de Zoon naar de Geest; het oude en het nieuwe Jeruzalem. Daarbij werpt Steiner een vooruitziende blik op de huidige tijd en spreekt hij over de toenemende invloed van antichristelijke machten.

 

  • Esoterische scholing

Dit boek bevat allereerst een uitvoerige briefwisseling gedurende vier jaren tussen Rudolf Steiner en een leerlinge van het eerste uur, Mathilde Scholl. Daarop volgt een dertigtal voordrachten in het kader van de ‘Esoterische school’ die Steiner van 1904 tot 1914 leidde, waarin hij in detail ingaat op oefeningen, mogelijkheden en moeilijkheden op het spirituele pad. Een boek over de grote lijnen maar ook de dagelijkse aanpak van de innerlijke ontwikkeling.

 

  • De antroposofische beweging I – Ontstaansgeschiedenis

In deze voordrachten na de brand van het eerste Goetheanum blikt Rudolf Steiner terug op de ontwikkeling van de antroposofie en op de hardnekkige uiterlijke maar vooral innerlijke weerstanden die zich daarbij deden gelden. Met humor memoreert hij het klimaat en de onderlinge verhoudingen in de Theosofische Vereniging, waarin hij als spiritueel leraar werd binnengehaald. Over oude wijsheden in moderne materialistische voorstellingen, geheime genootschappen en het fenomeen Blavatsky.

Het boek opent echter met een blik op de zwakten en nalatigheden van de Antroposofische Vereniging en de oproep om nieuwe gemeenschapsvormen te ontwikkelen.

 

  • De antroposofische beweging II – Toekomstimpulsen

Met de Kerstbijeenkomst van 1923 beoogde Steiner de Antroposofische Vereniging een nieuwe structuur te geven – open en zonder sektarische bijkleuringen. De nieuwe vereniging werd gebouwd op een ‘grondsteenspreuk’ die in de kern de gehele antroposofie omsluit. Dit boek bevat verschillende teksten waarmee Rudolf Steiner deze vernieuwing begeleidde, waaronder toelichtingen en meditaties naar aanleiding van de ‘grondsteenspreuk’, aanwijzingen voor de vormgeving en de inhoud van ledenbijeenkomsten en van de nieuwe Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap.

 

  • Mijn levensweg

Steiners onvoltooide autobiografie, waaraan hij op veler verzoek begon voorafgaand aan de Kerstbijeenkomst van 1923 en waaraan hij bleef schrijven tijdens het ziekbed dat zou eindigen met zijn overlijden op 30 maart 1925. In dit boek blikt hij liefdevol terug op zijn kindertijd, zijn studiejaren en onderzoek naar het wetenschappelijke werk van de dichter-wetenschapper Goethe, tot de beginjaren van zijn werkzaamheid in de Theosofische Vereniging. Wellicht het meest kenmerkend in deze onvoltooid gebleven autobiografie is de warme interesse die eruit spreekt voor alle mensen die Steiners pad kruisten. ‘We kunnen niet allemaal een genie worden,’ zei Steiner eens tegen jeugdige studenten, ‘maar wees geniaal in je interesse!’ Die levensinstelling straalt uit dit boek.

 

  • Brieven

Rudolf Steiner onderhield vriendschappen en correspondeerde met tal van mensen met zeer verschillende achtergronden. Uit deze briefwisselingen komen niet alleen zijn vriendschappen en wetenschappelijk-filosofische discussies met tijdgenoten naar voren, maar ook wellicht onvermoede  menselijke trekken, zoals die spreken uit de wanhopige verzoeken van zijn uitgevers om toch eindelijk de lang geleden toegezegde kopij te mogen ontvangen. Deze brieven verrijken in al hun directheid het zo veelzijdige levensbeeld dat Steiner aan het eind van zijn leven in zijn autobiografie tekende.