menu

In de opvatting van Rudolf Steiner is de verbinding van Christus met de aarde een realiteit. In tal van voordrachten werkt Steiner deze opvatting uit. De bekendste daarvan zijn de voordrachten die hij heeft gehouden over het evangelie naar Johannes, het meest esoterische van de vier evangeliën. Steiner plaatst dit evangelie, dat opent met het mysterieuze ‘In den beginne was het Woord…’, in het grote perspectief van de evolutie van aarde en mensheid.

Niet alleen de bewustzijnsontwikkeling, ook de lichamelijke evolutie van de mensheid vanaf de vroegste stadia tot in historische tijden wordt uitvoerig besproken. Tegen die achtergrond krijgen de specifieke thema’s van deze voordrachten een plaats, zoals de opwekking van Lazarus, de voorchristelijke inwijding, de zeven stadia van de christelijke inwijdingsweg, de jonkvrouw Sophia en de Heilige Geest. Tot slot geeft Steiner een verrassende visie op de vraag wie de auteur is van dit evangelie.

Twee nawoorden, van de protestantse theoloog Klaus von Stieglitz en van Ellen Huidekoper, priester in de Christengemeenschap, completeren de uitgave.

Uitvoering Wissen

Extra informatie

Gesamtausgabe

Druk

3

ISBN

9789083052052

Uitvoering

,

Pagina's

276

Voor-/nawoord

,

Vertaling

, , ,

Vormgeving

Jaartal

Eerste voordracht Hamburg 18 mei 1908  — 15

Het doel van deze voordrachten. Geesteswetenschappelijk onderzoek. De houding tegenover het evangelie naar Johannes. De ‘eenvoudige man uit Nazareth’ van de ‘verlichte theologie’. Het materialisme op het gebied van de religie. Het begrip ‘logos’. De mens in verhouding tot de andere rijken van de natuur. De oorsprong van de mens.

Tweede voordracht 19 mei 1908  — 32

De ontwikkeling van de vierledige mens gedurende vroegere planetaire stadia. Christelijke esoteriek. De zin van de ontwikkeling door reïncarnatie. De toekomstige ontwikkeling van de mens. De goddelijke herkomst van de mens. De Logos, het Leven en het Licht in de proloog van het evangelie naar Johannes.

Derde voordracht 20 mei 1908  — 48

De ontwikkeling van het ‘ik’. Het bewustzijn overdag en ’s nachts, vroeger en nu. De ontwikkeling van het vroegere helderziende bewustzijn tot het tegenwoordige waakbewustzijn. Het vorige stadium van de aarde: de kosmos van de wijsheid. De aarde als de planeet waarop de liefde zich kan ontwikkelen. De noodzakelijke voorwaarde voor de liefde. De Elohiem en Jahweh. De belichaming van de Logos in Jezus van Nazareth. Het verschil tussen het esoterische christendom en de gnosis van de eerste eeuwen na Christus. Christus als de inspirator van het ‘ik ben’.

Vierde voordracht 22 mei 1908  — 67

De opbouw van het evangelie naar Johannes. Het verloop van de inwijding in de oude mysteriën. De opwekking van Lazarus. Johannes de Doper. De proloog in het evangelie naar Johannes. Het zich losmaken van het individuele ik. De wending van het oude naar het nieuwe verbond. De eengeboren zoon. Het pleroma en Jahweh. De vergeestelijking van de liefde. De bruiloft te Kana.

Vijfde voordracht 23 mei 1908  — 87

De vraag naar het auteurschap van het evangelie naar Johannes. De zeven graden van de voorchristelijke inwijding. Het gesprek met Natanaël. De bruiloft te Kana en de missie van Christus. De voorbereiding van het fysieke lichaam om het ‘ik ben’ op te nemen. De Dionysus-cultus en de missie van alcohol. De doop door Johannes de Doper. Het gesprek met Nikodemus. Het gesprek met de Samaritaanse vrouw bij de bron. De genezing van de zoon van de koninklijke beambte. Het laatste getuigenis van Johannes de Doper over Jezus.

Zesde voordracht 25 mei 1908  — 106

Het gesprek met Nikodemus. De lichamelijke ontwikkeling van de mens in de tijd van Lemurië en Atlantis. De ‘mensenzoon’. Mozes als aankondiger van de God die het ‘ik ben’ zou belichamen. Het ‘manna der woestijn’ en het ‘brood des levens’.

Zevende voordracht 26 mei 1908  — 122

Het mysterie van Golgotha. De verandering van de aura van de aarde. De hereniging van de aarde met de zon. Christus als de geest van de aarde en de aarde als het lichaam van Christus. De ontwikkeling van de hogere wezensdelen. De genezing van de blindgeborene. Christus en karma; Christus en de vrouw die overspel had gepleegd.

Achtste voordracht 27 mei 1908  — 135

Het menselijke gestel gedurende de Atlantische tijd. De trektocht van de bewoners van Atlantis naar het oosten. De oud-Indische, de oud-Perzische, de Egyptisch-Babylonisch-Assyrisch-Chaldeeuwse en de Grieks-Latijnse cultuurperiode. Verbanden tussen de Egyptische cultuurperiode en de onze. De komst van Christus op aarde.

Negende voordracht 29 mei 1908  — 150

De bewustzijnstoestand van de Atlantische mens. De verandering van het bewustzijn in de eerste drie na-Atlantische cultuurperioden. Mozes en de profeten verkondigden de komst van Christus. Het verschil in bewustzijn tussen Grieken en Romeinen. Egyptische piramide, Griekse tempel en gotische kathedraal. De ‘moeder’ en de ‘vader’ van Jezus.

Tiende voordracht 30 mei 1908  — 164

De ontwikkeling van de mens in de na-Atlantische tijd in verleden en toekomst. Drie tijdvakken in de geschiedenis van het christendom. De bruiloft te Kana en de toekomstige werking van de Christusimpuls in de mensheid.

Elfde voordracht 30 mei 1908  — 178

De ingewijde als ‘ontheemde’. Christus als de geest van de aarde en de aarde als het lichaam van Christus. De ontwikkeling van organen om geestelijke werelden waar te nemen. Meditatie, concentratie en contemplatie. Drie methoden van inwijding. De zeven treden van de christelijke inwijding.

Twaalfde voordracht 31 mei 1908  — 189

Het verloop van de inwijding. De reiniging of loutering en de verlichting. Het verwerven van geestelijke kennis. De ‘jonkvrouw Sophia’ en de ‘Heilige Geest’. Het geven van namen ten tijde van de evangeliën. De afstamming van Jezus van Nazareth. Christus’ incarnatie in Jezus van Nazareth. Het mysterie van Golgotha. De kracht die is vervat in het evangelie naar Johannes. De verschijning van de Opgestane aan Maria Magdalena en Thomas. De wederkomst van Christus. De missie van de antroposofi sche beweging.

Nawoorden en aantekeningen

Bij deze nawoorden  — 213

‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad’ (Klaus von Stieglitz)  — 215

‘Mijn vrienden zijt gij’ (Ellen Huidekoper)  — 227

Aantekeningen bij Het evangelie naar Johannes  — 233

Aantekeningen bij de nawoorden  — 265

Literatuur  — 269

Levensoverzicht  — 273

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten  — 277

12

Fragmenten en achtergrondartikelen

Loading...

Boeken rond hetzelfde thema