Aan het eind van zijn leven schreef Rudolf Steiner zijn memoires. De vraag kwam van de hoofdredacteur van het openbare weekblad Das Goetheanum, Albert Steffen. Zijn vraag stond in verband met de aanstaande Kerstbijeenkomst 1923, waar Steiner de Antroposofische Vereniging zou heroprichten en zelf het voorzitterschap op zich zou nemen. Dan zou het passend zijn als er een goede beschrijving van zijn leven kwam, zodat onjuiste verhalen over hem al van tevoren werden tegengesproken.
Zo begint Michel Gastkemper, redacteur van SteinerVertalingen, zijn artikel over Autobiografie – Mijn levensweg in Motief 290 van maart 2025, het ledenblad van de Antroposofische Vereniging in Nederland. Hij schrijft vervolgens:
De eerste aflevering verscheen op 9 december 1923, twee weken voor het begin van de Kerstconferentie. Week na week, zonder onderbreking, verscheen een nieuwe aflevering. Hoe druk Steiner het in het vervolg ook had en waar hij ook onderweg was, Steffen ontving van hem de kopij voor de komende week. Steiner begon bij zijn geboorte op 27 februari 1861. Hij was in staat zeventig afleveringen te schrijven, zijn dood op 30 maart 1925 verhinderde de voltooiing van zijn levensverhaal. Hij was toen aangekomen bij de beschrijving van het jaar 1907.
Lees verder in Heruitgave autobiografie Rudolf Steiner op de website van de Antroposofische Vereniging