Antroposofie is geen religie – en toch ziet Rudolf Steiner in het christendom een fundamentele werkelijkheid. Voor de duidelijkheid: Steiner doelde hiermee niet op het kerkelijke christendom, maar op het kosmische. Zeer kort gezegd: In Jezus van Nazareth heeft zich destijds een goddelijk, kosmisch wezen belichaamd en ten slotte opgeofferd, om de mensheid een weg tot innerlijke vernieuwing te wijzen.
Vermeldenswaard is dat Rudolf Steiner nooit een ‘gelovig mens’ was in de gewone zin van het woord. Als jongeman was zijn lijfspreuk: ‘Op de plaats van God de vrije mens!’ In zijn autobiografie Mijn levensweg schetst hij de weg die hem ten slotte tot het meebeleven van Christus’ daad op Golgotha bracht. De ware missie van het christendom wordt volgens Steiner nog onvoldoende begrepen en zal pas in de toekomst haar volle kracht ontwikkelen.